De transformatie duurde slechts één zomervakantie. De overgangsperiode van de derde naar de vierde klas van het Libanon Lyceum in Kralingen gebruikte ik om van image te switchen. Voor de vakantie liep ik nog dagelijks rond in trainingspak. Australian. Mijn ‘airmeksies’ (wel met lekgeprikte luchtkussentjes, want dat liep veel lekkerder) en mijn voeten waren zo aan elkaar gewend geraakt dat ze eraan vastgekleefd zaten. Niet dat ik een fanatieke ‘gabber’ was, maar een trainingspak zit gewoon echt lekker èn het was gemakkelijk met voetballen in de pauze op het pleintje naast de school. De kooi!
We speelden meestal met een mannetje of twaalf. Zes tegen zes met vliegende kiep! Onze bal lag altijd onder het bureau van Willem, de concierge. Vrijwel altijd dezelfde jongens. Sportschoenen, trainingspak. De rest van de mannen uit klas drie tot en met zes kon niet mee met het niveau, wilde niet bezweet in de klas zitten of was met hele andere dingen bezig. Heel soms kwamen er wel eens meisjes kijken bij de kooi. Als het mooi weer was zaten ze op het bankje naast het veldje half te kijken naar ons spel. Ik probeerde dan altijd een omhaal te maken. Op steen. Uitsloverig maar spectaculair.
Ná schooltijd speelden we meestal ook nog een paar potjes. Soms tot laat, meestal was ik al weg om huiswerk te maken als de laatsten weggingen. Het bankje werd dan bevolkt door kleine Marokkaantjes uit de buurt, die commentaar hadden op ons spel, maar zelf te klein of te slecht waren om mee te spelen. Eén van die gassies kon wel aardig ballen en mocht wel eens meedoen. Hij was een jaar of drie jonger dan wij (op die leeftijd scheelt dat nog veel), maar kon qua niveau echt goed met ons mee. Wanneer we oneven waren mocht hij als eerste inschuiven. Hij was wel een jankmuil die overal op liep te zeiken. Hij telde elk doelpunt en elke ‘panna’. Als hij niet mee mocht doen gaf ik hem wel eens een gulden om een blikje cola-light voor me te halen. “Voor het wisselgeld kun je dan een Chupachup kopen” zei ik.
Ik was die zomer naar Amerika geweest. Voor het eerst een verre vakantie en ik had m’n imageruil ruim van te voren ingepland. Het plan was duidelijk. Vanaf de meivakantie was ik niet meer naar de kapper geweest. De laatste twee maanden tot aan de zomervakantie leek dat voor anderen een soort van luiheid of gebrek aan geld voor de kapper, maar toen ik in september terugkeerde op school, kon ik het haar inmiddels achter mijn oren ‘vastzetten’. Dat was stap één.
De volgende stap was duidelijk en had alles te maken met mijn vakantie. Ik had gehoord dat de kleding van Ralph Lauren, Tommy Hilfiger en Timberland in de Verenigde staten stukken goedkoper was dan in Nederland, dus nu moest ik mijn vader zo gek krijgen om tijdens de vakantie een halve nieuwe garderobe voor me te sponsoren.
De eerste schooldag was ik een zenuwachtiger dan normaal. Benieuwd wat mensen zouden vinden. Mijn vader vond mijn nieuwe outfit een goed idee en was zo blij dat ik van mijn trainingspakkenperiode af was dat hij daar wel een paar meier voor over had gehad. Sterker nog; hij stak mijn broertje èn zichzelf ook gelijk in een nieuwe garderobe.
Ik nam plaats op mijn vaste plekje op het hek bij de ingang van de fietsenstalling. Wachtend op de mijn klasgenoten met een Chupachup en een blikje Cola Light. De meiden die bij mooi weer mijn omhalen ‘bewonderden’, kwamen eerst. Zij vonden het ‘best wel leuk’ en daar deed ik het een beetje voor.
“Wat heb jij nou aan?” Vroeg een vriend toen hij mij zag zitten….”Hoezo?” Vroeg ik onzeker maar strijdvaardig…”Zo kejje toch nie voeballen” Hij knikte daarbij met zijn hoofd een paar knikjes richting mijn nieuwe Timberlands. Grote lompe schoenen. Nonchalant gestrikt. Ik beet m’n Chupachup in tweeën. Kut!….Daar had ik niet zo over nagedacht
Mijn oude airmeksies kregen een vaste plaats onder Willems bureau. Voor de gymlessen en de pauzes. Alleen was het nog een beetje mijn weg zoeken met mijn nieuwe kleding. Polootjes, overhemden en V-hals-truien.
Het schooljaar was een paar weken bezig. Nazomer en flink ook. Ik hing mijn zomerjekkie van Ralph Lauren aan het hek en ging na schooltijd nog effe een potje spelen. De jankmuil mocht weer eens meedoen. Die fanatieke bloedhond werd steeds beter en hij wilde ook al geen cola meer voor me halen.
Met zijn goede linkerbeen schoot hij tegen mijn zomerjekkie. “Hé, kijkie uit, vriend!”.
Na een paar minuten raakte hij mijn jasje nog een keer. Hij mikte duidelijk. “Hé, Jankmuil, laatste keer hè! “. “Zeik niet zo man……het is maar een zomerjekkie en nog een neppe ook”….Pleurisventje. Nooit meer een Chupachup van me gekregen.
Inmiddels loop ik het liefst weer in een trainingspak. Zit toch het lekkerst. Bovendien hoef ik geen indruk meer te maken op meisjes op het bankje! Cola Light heb ik afgezworen. Willem zal m’n airmeksies inmiddels weggegooid hebben. Een Chupachup op zijn tijd moet kunnen.
De Jankmuil heeft z’n linkerbeen nog verder ontwikkeld. Ooit een fluwelen traptechiek. Nu iets minder. Via de top van de Premier League speelt hij nu in Turkije. Istanbul. Een perfecte plek om een nep zomerjekkie te scoren. Pleurisventje!
Leuke blog weer!! Ik wil er veel meer lezen 🙂 keep on writing!